Eigendom in je bezit

Zodat u kunt binnengaan om het land in bezit te nemen dat de HERE, uw God, u geeft om in bezit te nemen. – Jozua 1:11 HSV

Er is een verschil tussen eigendom en bezit. Meestal is de eigenaar ook de bezitter, maar dat hoeft niet altijd. Stel, je hebt hard gewerkt om een spiksplinternieuwe fiets aan te schaffen. Dan ben jij de eigenaar van de fiets en deze is in jouw bezit. Je hebt hier zelfs een aankoopbewijs van, een eigendomsrecht.

Nu vergeet je op een avond om je fiets in het schuurtje te zetten en je bezit te bewaken. Al een tijdlang zit iemand hierop te loeren en hij slaat in het duister onverwacht toe. Op een moment dat je niet goed oplet, grijpt de dief jouw fiets en plaatst hem in zijn schuurtje. Onrecht! Opeens is jouw eigendom in zijn bezit.

Zo kan het ook gaan met geestelijke zaken zoals je vreugde, bestemming, vrede, gezondheid, relatie, roeping.

Vaak beseffen we niet dat de vijand hierop loert en in een onbewaakt ogenblik kan toeslaan. Hij wordt niet voor niets een dief en rover genoemd.

Maar daar eindigt het verhaal niet. Je mag weten dat je een eigendomsrecht hebt ontvangen. Jezus heeft met zijn offer duur betaald voor jouw leven. Dit is een aantoonbaar, onvergankelijk bewijs! Op elk moment mag je de eigendommen die tot jouw levensterrein behoren terugeisen, dat is je recht.

Dit begint met bewustwording. Wat is jouw terrein? Als je weet waaruit je gebied bestaat, dan voel je ook de autoriteit om het terug te nemen. Je kunt dan hardop uitspreken: ‘Ik neem mijn eigendom (benoem het maar …) terug in mijn bezit, in Jezus’ naam.’

Welk eigendom is niet langer in jouw bezit? Neem het maar terug in Jezus’ naam.

Liefs, Esther

Uit: Glow – dagboek voor vrouwen